Reproduceerbare bewerkingen
Bovendien, zo legt Bax uit, zorgen de software en al die voorprogrammeringen voor een hoog reproduceerbaar proces. ‘De operator hoeft bij een volgende serie slechts de code weer in te voeren, waarna de machine exact dezelfde bewerkingen uitvoert. Dat verkleint de foutmarge en verhoogt de efficiency.’ Maar waar moet de klant dan aan denken? ‘Dat hangt uiteraard af van de productie. Kijkend naar andere rotormachines op de markt heeft de SER1200 Multibrush 20 procent meer schuuroppervlak – met minder borstels. Draait een bedrijf een gemiddelde productie, dan verdient deze machine zich in twee, drie jaar terug. Draait het bedrijf volcontinu, dan daalt de terugverdientijd naar één jaar.’
Een machine als de SER1200 Multibrush: daar is vast een uitgebreide verkenning aan voorafgegaan, toch? Bax kan er wel om lachen als hij die veronderstelling zo hoort. ‘We hebben er in elk geval geen apart onderzoek aan besteed. Wel hebben we de markt voortdurend in de gaten gehouden, en zijn we uitgegaan van de vragen die klanten ons stellen. Dat gaf voldoende aanleiding om deze machine te ontwikkelen.’ En dat laatste ging relatief snel: Q-Fin startte in februari dit jaar met de ontwikkeling, om zo’n 9 maanden later de machine daadwerkelijk te introduceren. Dat dit lukte, komt volgens de directeur grotendeels op het conto van de 8 engineers binnen het bedrijf, dat in totaal 35 medewerkers omvat. ‘De machine is grotendeels in huis ontwikkeld.’
Input van klant Arbèl
Q-Fin kreeg tijdens het traject de nodige input van Arbèl Las- en plaatwerkindustrie in het nabijgelegen Valkenswaard. Het bedrijf bood het richtingloos finishen weliswaar al aan, al kwam daar volgens directeur Barry Noordman veel handwerk bij kijken. ‘Dat was tijdrovend en volstond niet meer, gezien de toenemende vraag.’
De hoogste tijd dus voor een geautomatiseerd alternatief, vond Noordman, die zelf al het nodige vooronderzoek deed voordat hij eind vorig jaar aanklopte bij Q-Fin. Dat kon hem toen nog geen concrete oplossing bieden, al ging het bedrijf daar mede door zo’n concrete vraag alsnog mee aan de slag. Noordman kijkt tevreden terug op dat traject. ‘Q-Fin heeft veel kennis van finishing, en ons actief betrokken bij de ontwikkeling van de machine. We hebben meegedacht en tijdens het ontwerpproces onze wensen aangegeven.’
Dat die zijn meegenomen in de uiteindelijke machine, blijkt uit de investering door Arbèl in het eerste exemplaar van de SER1200. Naar verwachting is die eind oktober operationeel op de werkvloer in Valkenswaard. Noordman: ‘Ik verwacht er het werk van twee medewerkers mee te gaan besparen, waardoor ik diezelfde personen kan vrijmaken om zo de gewenste groei te kunnen realiseren.’ De vergaande automatisering maakt de bediening van de machine relatief eenvoudig, zo geeft Noordman aan. En mocht de situatie er dan toch om vragen, dan is ondersteuning door Q-Fin letterlijk dichtbij. ‘En dat is voor ons een belangrijke reden om regionaal te kopen.’
Helft minder stroom
Q-Fin presenteerde de SER1200 eind oktober tijdens EuroBLECH in het Duitse Hannover, het event gericht op technologie voor plaatbewerking. Won het bedrijf tijdens de vorige editie van EuroBLECH een Innovation Award, ook nu heeft het meegedongen naar diezelfde prijs. En deze keer met de SER1200, waarvan Bax een concreet beeld heeft voor wat betreft de interesse vanuit de markt. ‘Op een jaarlijkse afzet van zo’n 15 tot 20 exemplaren moeten we wel uitkomen.’ De SER1200 weegt zo’n 6.000 kilogram en is 4,1 meter lang, 2,2 meter breed en 2,3 meter hoog. Dat is relatief groot, stelt Bax. ‘Maar goed, daar staat tegenover dat een bedrijf met deze machine alle bewerkingen krijgt waarvoor het anders drie of vier aparte machines nodig heeft. Bovendien verbruikt deze machine de helft minder stroom dan die van andere leveranciers.’
Volgend op de vraag naar zowel richtingloos finishen als ook Radius 2 mm is de SER1200 Multibrush uiteindelijk ontwikkeld tot een machine die volgens Bax veel, zo niet alles aan boord heeft. ‘Het is wat ons betreft de meest complete machine op de markt. Wat we er nog aan kunnen uitbreiden, zit ’m vooral in handling rondom de machine, zoals een uitbreiding met omkeerunits. Maar de perfecte machine zélf? Die staat er volgens ons nu wel.’