Bron: Link Magazine / 19-06-2023

Q-Fin naar de top van de markt van ontbraammachines

Als plaatwerk wordt gesneden, zijn scherpe kanten onvermijdelijk. Vaak hebben die onderdelen bramen na het snijden. Om een hoge kwaliteit te halen moeten die scherpe randjes eraf. Vroeger was dat ontbramen handwerk, maar door de hoge output van lasersnijmachines lopen de aantallen zo hoog op dat het niet meer met de hand te doen is. Q-Fin uit Bergeijk speelt daarop in met de productie van supersnelle ontbraammachines. ‘Het lijkt simpel maar als je het proces wilt automatiseren, zijn er heel veel parameters die je onder controle moet houden.’

  • ‘Het is veel te duur om al je plaatwerk handmatig te ontbramen met een slijptol.’
  • ‘Voor mij is Q-Fin nieuw; een eigen product, de wereldwijde markt van de grond trekken, klantrelaties opbouwen en overtuigen van het concept van onze machines.’
  • ‘Je moet de producten goed fixeren, omdat wij veel druk geven met de borstel voor het afronden en zo een hoge productiesnelheid kunnen halen.’
  • ‘We zien steeds meer ontwikkelingen richting aangedreven invoer- en uitvoertafels.’
  • ‘Als je een beetje volume draait, heb je de investering zo terugverdiend.’

Ontbramen op het scherpst van de snede

‘Het was en is niet sexy, maar dat beeld verandert nu wel’, ziet Anton Bax. ‘Want het is veel te duur om al je plaatwerk handmatig te ontbramen met een slijptol.’ Daar komt bij dat de eisen in de industrie en bij eindklanten steeds hoger komen te liggen. Het gaat ze er niet alleen maar om dat alle bramen worden weggehaald, maar de plaatwerkdelen moeten echt handvriendelijk worden afgewerkt. ‘Bij dunne plaatdelen van bijvoorbeeld rvs is een kleine afronding vaak al voldoende, bij dikkere staaldelen wordt steeds vaker een grotere kantafronding gevraagd omdat dat zorgt voor een betere lakdekking. Op een scherpe hoek blijft de lak immers minder goed zitten.’

‘De logische volgende stap is automatisering van het beladings- en ontladingsproces met robots’

Bax is een rasondernemer. Hij stapte ruim dertig jaar geleden bij zijn vader in het eigen productiebedrijf voor plaatwerk: Bax Metaal. Inmiddels staat het industrieterrein aan de westkant van Bergeijk vol met afsplitsingen: Laserparts, RVS Finish en de jongste telg: machinebouwer Q-Fin, een afkorting van Quality Finishing Machines. Voor de zomer moet daarvoor een tweede pand uit de grond worden gestampt, want de zaken gaan goed en Q-Fin wil verder groeien.

Nieuwe koers

Met de oprichting van Q-Fin in 2013 zette Bax een stap in een andere richting: niet eerder had hij zich actief beziggehouden met de ontwikkeling en bouw van eigen machines. Hij zegt blij te zijn dat hij zijn organisatie heeft opgesplitst in meerdere bv’s, waardoor hij zelf zijn aandacht vooral op de ontwikkeling van Q-Fin kan richten. ‘Voor mij is Q-Fin nieuw; een eigen product, de wereldwijde markt van de grond trekken, klantrelaties opbouwen en overtuigen van het concept van onze machines. Dat vind ik een mooie uitdaging.’

Bax is ambitieus, maar ook heel nuchter: ‘We moeten niet te snel groeien, want de fabriek staat nu al vol. In Nederland hebben we in de afgelopen jaren een goede naamsbekendheid opgebouwd. We hebben qua afzetmarkt nu de focus op Duitsland gelegd. Daar is voor ons nog veel te winnen. Vooral door de aandacht voor handling rondom de ontbraammachines worden projecten steeds groter. Vandaar ook de geplande nieuwbouw die ons de ruimte geeft om verder te groeien.’

Stevig vasthouden

Q-Fin is al een heel eind op weg om naam te maken in de plaatwerkwereld. ‘Ondanks dat we pas tien jaar bestaan, zijn we nog steeds een relatieve nieuwkomer op de markt voor ontbraamoplossingen’, zegt Joost Kouwenbergh, business officer bij Q-Fin. ‘We hebben vanaf de start gezegd dat het anders kon, beter. De perfecte ontbraammachine bestond nog niet. Met die insteek zijn we machines gaan ontwerpen en bouwen.’

De eerste machine die Q-Fin op de markt bracht, was speciaal gebouwd voor het finishen van kleine plaatdelen. ‘Veel bedrijven hebben juist daar moeite mee’, weet Kouwenbergh. ‘En de bestaande doorloopmachines zijn vooral geschikt voor grotere plaatwerkdelen. Ze kunnen die kleine productjes vaak niet goed verwerken.’

Q-Fin bedacht een ingenieus systeem om producten vanaf zo’n vijftien bij vijftien centimeter goed vast te houden. Dat gaat met een vacuümsysteem voor onder meer rvs en aluminium, en met een magneetband voor staal. ‘Je moet de producten goed fixeren, omdat wij veel druk geven met de borstel voor het afronden en zo een hoge productiesnelheid kunnen halen’, legt Kouwenbergh uit.

Krachtenspel

Als Bax de nieuwste SER1200 Multibrush-machine in de Bergeijkse demoruimte aanzet, is direct duidelijk dat de krachten flink kunnen oplopen. De producten worden op een transportband gelegd en bewegen – met de braam omhoog – eerst onder een slijpband door. De slijpband haalt de braam van het product weg. Bax: ‘Die band raakt het oppervlak van het product net en maakt de bovenzijde vlak. De kanten zijn hierna echter nog scherp.’

Het slijpbeeld dat achterblijft op het product is zeker voor staaldelen geen probleem, omdat die vaak daarna nog worden gegalvaniseerd of gepoedercoat. ‘Je ziet er niets meer van terug’, belooft Kouwenbergh.

Na de slijpband volgt de echte krachtmeting. Vier komborstels draaien en vliegen als een kermisattractie over de producten heen, om alle hoeken en uitsparingen af te ronden. Daarna volgt de Multibrush met zes roterende borstels. Deze borstels kunnen een richtingloze finish aan het product geven en helpen een grote radius te behalen.

‘Door de combinatie van komborstels en rondborstels kunnen we met gemak een radius van drie millimeter halen op staalproducten’, vertelt Kouwenbergh. ‘De keuze van het slijpmateriaal bepaalt uiteindelijk samen met ingestelde snelheid van de verschillende componenten wat de machine gaat doen: een kleine afronding of een grote, lijnfinish of richtingloze finish, lage ruwheidswaarde of een wat grotere.’

Top van de markt

Q-Fin bevindt zich met zijn ontbraammachines aan de top van de markt, stelt Bax. ‘Dat zit ’m in de variatie aan producten die we aankunnen, in de programmeerbaarheid van de machine, in het stroomverbruik; daarop scoren we allemaal heel goed.’ Vooral qua snelheid kan de concurrentie niet aan de systemen tippen. ‘We zijn veel sneller. Anderen werken op een half tot twee meter per minuut, wij halen in het ontbraamproces makkelijk drie tot vijf meter per minuut.’

Deze voordelen maken de return on investment van de full-option machines van Q-Fin extreem gunstig, stelt Bax. Het prijskaartje is soms een uitdaging in het verkoopproces, maar hij ziet de plaatwerkindustrie kantelen. ‘Er zijn steeds meer partijen die begrijpen waar het om gaat. Vaak hebben ze al ervaringen opgedaan met een ander systeem en dan willen ze nu nog maar alleen het beste van het beste. Dat soort high-end bedrijven ziet de voordelen van hoe wij het doen.’

Afgelopen najaar op de EuroBLECH in Hannover trok de introductie van de nieuwste, grootste ontbraammachine van Q-Fin veel bekijks. ‘We lanceerden de SER1200 XL Multibrush-machine daar en hebben er sindsdien al vijf verkocht, waarvan twee aan een Duitse klant, met een omkeerunit ertussen. Dat bedrijf wil vooruit, investeert en automatiseert, om maar zo veel mogelijk productie te kunnen draaien’, weet Bax. ‘Je kunt dat sommetje zo maken, hè. Dus als je een beetje volume draait, heb je de investering zo terugverdiend. Dat gaf voor deze klant de doorslag.’

Stevige groei

Q-Fin profiteert natuurlijk van de productie bij zijn zusterbedrijven, maar heeft in tien jaar tijd ook veel knowhow opgebouwd over de ontwikkeling van de machines. ‘We zijn redelijk zelfvoorzienend’, zegt Bax. Q-Fin doet zelf de engineering, de elektra en de softwareontwikkeling. ‘Ook de besturingskasten bouwen we zelf.’

Heeft Q-Fin last van krapte op de arbeidsmarkt? ‘We mogen niet klagen’, vindt Bax. ‘Maar als er hier nu vier goede monteurs voor de deur staan, nemen we ze alle vier aan. Want we willen groeien.’

Kouwenbergh vult aan: ‘We bouwen de machines op voorraad, in series van drie tot tien stuks. Eerder konden we daarmee een set met twee weken werkend bij de klant hebben staan. Tegenwoordig zijn ze al verkocht voordat we ze hebben geassembleerd. De levertijden zijn iets langer geworden, maar vergeleken bij de concurrentie kunnen we nog altijd snel leveren.’

Handling solutions

De slagkracht binnen de organisatie en op de r&d-afdeling geeft Q-Fin een voorsprong in het nieuwe traject waarop het Bergeijkse bedrijf zich heeft gestort: de automatisering van het proces rondom de ontbraammachines. ‘Tot nu toe worden de machines vaak met de hand gevoed’, weet Kouwenbergh. ‘Meestal via een rollentafel, maar we zien steeds meer ontwikkelingen richting aangedreven invoer- en uitvoertafels. De logische volgende stap is automatisering van het beladings- en ontladingsproces met robots.’

Bax: ‘Bij veel bedrijven is het beladen van de machines nu al de bottleneck. Onze systemen zijn veel sneller, dus willen we klanten ook daarbij helpen. Er zijn al veel hulpmiddelen beschikbaar. In het nieuwe pand gaan we een showroom inrichten speciaal gericht op handling solutions.’

Q-Fin werkt ook aan zijn eigen robot- en visionoplossingen en is onlangs een samenwerking aangegaan met Affix Engineering uit Best op het gebied van vision. ‘De technologie is er wel, zoals de laservisioncamera’s van het Duitse Mech-Mind, maar de uitdaging zit in de interactie met de machines en de definitie van de problemen in de praktijk’, stelt Bax. Daarom is hij heel blij dat Q-Fin die ontwikkeling kan doen met twee launching partners: INNO-metaal in Eindhoven en VDL Technics in Boxtel. ‘Anderen kiezen ervoor om een omgeving te bouwen waarin ze alles moeten bewijzen. Wij lopen de omgekeerde weg en zeggen tegen klanten: “Kom maar met je producten en samen vinden we een oplossing voor jouw situatie. ‘We ontwikkelen graag samen met klanten in de praktijk; daar kom je de echte problemen tegen. We zijn straks de eerste die de automatisering van het ontbraamproces en alles eromheen heeft opgelost.’